Flores, Komodo & Rinca
Hallo allemaal!!
Het is alweer even geleden dat we iets van ons hebben laten horen. De afgelopen weken zaten we in oorden zonder of met moeilijk toegankelijk internet dus vandaar! Inmiddels zitten we in het noorden van Sulawesi en komen we net terug van een 10 daags verblijf op het heerlijke eiland Bunaken. Maar voordat we de verhalen hierover uit de doeken doen eerst ons reisverslag van Flores, Komodo en Rinca.
Vanuit Lombok vlogen we via Bali naar Labuanbajo op het eiland Flores. Een klein vliegveldje waar de nieuwschierige locals al met hun neuzen tegen de ramen van de aankomsthal gedrukt stonden. Erg opdringerig waren ze overigens niet, een goede eerste indruk. Met een bemobusje gingen we samen met een ander nederlands stel het havenstadje Labuanbajo in. Labuanbajo is een vrij ranzige plaats maar gelukkig ligt deze wel aan de voet van wat volgens ons een van de mooiste en meest ongerepte gebieden op deze aardbol is: Komodo National Park.
Komodo staat bekend om de monsterlijke komodo dragons die de eilanden hier bevolken. Wat wij niet wisten is dat dit gebied vol is van schitterende eilanden met idyllische stranden waar nooit iets gebeurd en waar niemand komt. Verder is de onderwaterwereld hier (samen met Bunaken maar daarover later meer) de mooiste die wij tot nog toe hebben gezien: ongerept koraal in een hoeveelheid en diversiteit, echt waanzinnig! Hier liggen een paar van de mooiste duikspots van de wereld. Het gebied hebben wij verkend gedurende een 2 daagse boottocht met 3 nederlanders en een indonesische. Een super ervaring met geweldige kok aan boord die zelfgevangen vis klaarmaakte en heerlijke maaltijden voorschotelde. We sliepen op de boot op matrasje (tussen de kakkerlakken die opeens 's avonds uit het ruim tevoorschijn kwamen). Jeroen trof het met zijn hangmat die hij tussen twee balken op de bootopgehangen had. We genoten van de uitizchten op de eilanden, de wandeling over sprookjesachtig Rinca waar we 7 dragons hebben gespot en het snorkelen bij idyllische baaitjes. Rinca is overigens beter voor het spotten van de dragons dan Komodo. Hier kun je er wel een paar zien maar dat zijn de exemplaren in de buurt van het restaurant die volgevroten liggen uit te buiken.
Na deze geweldige trip besloot Jeroen om te gaan duiken. Dus de volgende dag stapten we weer op een boot. Keetie zou het bij het snorkelen houden. Na een vrij interessante uitleg over het onstaan van koraalrifen en onderwaterleven kwamen we bij de eerste duikspot aan. Helaas was het doorzicht erg slecht die op die plek en uiteindelijk waren de duiken enigszins teleurstellend. De verwachting was dat we mantarays gingen zien maar die bleken niet op die spots te zitten :-( De Dive instructor stond er niet voor open om een spot op te zoeken met meer kans op manta's en een beter doorzicht. Een vrij stugge vent met een bepaalde attitude die wij niet zo relaxed vonden. Een beetje teleurgesteld dus terwijl het koraal natuurlijk wel supermooi was.
Na een langer verblijf in L. Bajo dan verwacht stapten we de volgende dag op een bus het binnenland in. Flores is supergroen met rijstvelden en jungle en een misselijkmakendekronkelende'highway'door de bergen. Het deed ons hier aan Laos denken met de bamboehuisjes langs de weg en de vele zwaaiende kindjes. Ons doel was de plaats Bajawa maar omdat dit een vrij lange trip is hebben we halverwege overnacht in Ruteng. De volgende ochtend vroeg weer in de bus gestapt voor een mooie rit naar Bajawa, een klein plaatsje in de bergen. Rondom deze plaats liggen traditionele dorpjes, hot springs en vulkanen. We zijn met de motorbike naar 1 van de hotsprings geweest, een supermooie: vanuit een grote bron loopt het water via een bassin richting rivieren en vormen onderweg watervallen. Daarnaast was een groot zwembad aangelegd met daarin het heerlijke warme water! Na een warm bad en een noodlesoepje stapten we weer op de brommer op zoek naar de vulkaan Wowo Muda. Deze vulkaan is in 2001 voor het laatst uitgebarsten en heeft een aantal kleurige meren in de krater. Na wat rondvragen kwamen we in het dorpje aan de voet van deze vulkaan. Het hele dorp liep uit na onze aankomst en de kinderen waren nieuwschierig maar ook bang en renden weg als we te dichtbij kwamen. Een baby vond ons duidelijk heel erg eng want die zette het op een krijsen bij onze aanblik. Nog even de hand geschud met het dorpsomaatje met het verwilderde haar. De mensen hier hebben veel weg van de bewoners van Papua die wij kennen van foto's en tv: grote bossen kroeshaar! Daarnaast kauwen veelvrouwen op beetle-nuts waardoor ze een ranzig rode mond en tanden krijgen en wat blijkbaar bepaalde verdovende bijwerkingen heeft. Erg charmant hoor die grote glimlachen van die vrouwen met rottende tanden in hun mond! Toen we duidelijk maakten dat we de vulkaan op wilden bood een van de bewoners direct aan om onze gids te zijn. Hij pakte zijn wandelstok en liep met ferme passen voor ons uit de berg op. Het was een uurtje klimmen voordat we de summit bereikten. Het was duidelijk dat hier recentelijk nog een uitbarsting had plaatsgevonden: dode bomen en zwavelachtige gronden. Er waren een paar meertjes te zien: een turqoise en een oranje-bruine. Beneden in het dal begon het inmiddels te onweren en regenen dus begonnen we weer aan de afdaling. Een erg geslaagde dag die dag! De volgende dag hield het niet op met regenen maar toch stapten we weer op de bike richting de traditionele dorpjes rond Bajawa. Ondanks onze poncho's en helmen met geblindeerde vizieren herkenden de locals ons al van verre en riepen dan 'hello Mister!'. In de stromende regen kwamen we aan in het dorpje Bela en dronken koffie en thee (eigenlijk mierzoet suikerwater) bij een van de families daar. Met onze 'twee' woorden bahasa indonesia die we kennen en handen en voeten maakten we praatjes met de bewoners. Tijdens onze 'ronde' door het dorp werden we uigenodigd in verschillende huizen en werd naar onze namen en leeftijd gevraagd en of we katholiek waren en of we al een baby hadden. Het leukste bezoek was aan het huis waar we ook het gastenboek van het dorp konden tekenen. Een geweldige vent met bakkebaarden en een doek op z'n hoofd genaamd Johannes zat daar en we moesten diverse keren met hem op de foto en toen hij doorvroeg over hoe lang we al bij elkaar waren en of we een baby hadden en wij daarop ontkennend antwoorden keek hij Jeroen onderzoekend aan alsofhij iets mankeert. Jeroen had zich trouwens even vantevoren voorgesteld als Jeroen Paulus om aan te geven dat ook hij katholiek was. Dat wordt daar erg op prijs gesteld blijkbaar in deze door missionarissen bekeerde dorpen. Erg vermakelijk allemaal. Opvallend is trouwens dat de mensen hun overledenen gewoon in de voortuin begraven. Ze versieren het graf met badkamertegeltjes en gaan er vervolgens gewoon bovenop zitten om bijvoorbeeld hun dochter te vlooien. De overledenen nemen hier duidelijk een belangrijke plaats in in de samenleving.
Het tweede dorp dat we bezochten was Bena en is het meest traditionele en daarmee toeristische dorp en daardoor vonden we de sfeer niet zo heel leuk hier. Maar als je het dorp ziet liggen vanaf een afstand waan je je werkelijk als ontdekkingsreiziger.
De dag daarop werden we om 6:15 uur opgehaald bij ons hotel door de local bus naar Moni. Ja, van uitslapen is hier geen sprake hoor! De bussen hebben hier de vreemde gewoonte om je op te halen bij je huis en je af te leveren op je exacte plaats van bestemming. Dit zorgt er dan wel voor dat je, voordat je goed en wel op weg bent, eerst op de meest afgelegen plekjes komt van een stadje over smalle paadjes en weggetjes. Wat ook heel bijzonder is, is dat de locals absoluut niet tegen ritten door de bergen kunnen en tijdens de ritten over Flores hebben we dan ook de nodige kotsgeluiden gehoord. Gelukkig zijn er in de bussen genoeg plastic zakjes aanwezig. Nadat de eerste mensen (inclusief de nonnetjes in de stoelen voor ons)dubbelgebouwen boven hun zakjes hingen ging de muziek aan in debus: een mix van rednex en vader abraham schalde vanuit het welbekende tape-deck uit de speakers. Dit bleek dan de hit te zijn van de op Flores wonende Boni Z. Al kronkelend reden we door het schitterende landschap met vulkanen en idyllische riviertjes. Na 6 uur werden we gedropt in het kleine dorpjeMoni aan de voet van de Kelimutu vulkaan. De volgende ochtend zijn we achterop 2 motorbikes de vulkaan opgegaan. De Kelimutu is de trekpleister van Flores met 3 gekleurde kratermeren. De kleuren veranderen zo nu en dan en als we het mogen geloven zijn de meren erg zuur (voor de techneuten: tot eenpH waarde van 0,37!).Daar was op 29 dec 2008 nog een onvoorzichtige local ingevallen met de onvermeidelijke fatale afloop. Beter een beetje uit de buurt blijven... Toen wij er waren waren de kleuren donkergroen, donkerbruin en de mooiste surrealistisch turqoise. Vanaf ' inspriation point' kun je alle drie de meren overzien en we hadden geluk dat de zon zich even een tijdje liet zien toen wij daar waren. Een erg leuke wandeling die bijna de rest van de dag in beslag nam bracht ons weer terug naar Moni. Onderweg nog koffie gedronken met de locals en een hotspring bezocht.
De volgende dag was de laatste ' etappe' van onze tocht over de highway van Flores. Wederom een locale bus bracht ons naar Maumere. Hier waren de locals vrij irritant en na een bezoek aan de ATM, een internetcafe en het kantoor van de airline Merpati namen we snel een bemo (busje) naar een klein beach resortje out of town. Hier waren we voor enkele dagen (op een flitsbezoek van een alleenreizende (bestaan die dan?) Rus na) de enige gasten. Lekker rustig dus. We hebben een paar dagen boeken gelezen en toch wel heel veel regen gehad dus schuilen op de veranda of onder de klamboe. De dag voordat wenaar Bali zouden vliegen hoorden we dat de vlucht van die dag gecancelled was en dat de vlucht van diedag daarvoor zogenaamd gecancelled was maar uiteindelijk toch gegaan was. Ergonbetrouwbaardie Merpati maar de enige van de 25 indonesische vliegmaatschappijen die naar Flores vliegt! Omdat wij vanuit Bali de volgende dag direct door zouden vliegen naar Kuala Lumpur moest onze vlucht wel doorgaan. Dus voor de zekerheid maar extra vroeg naar het kleine vliegveldje gegaan en gelukkig waren er die dag 2 vluchten dus geen probleem om in Bali te komen. Onderweg wel nog even een stop gemaakt op Timor.
In Bali hadden we1 nacht tussentijd en die brachten we door in ' culture shock Kuta'. My god, hoe anders dan de doorsnee reizigerkunnen mensen zijn?! Verbaasd hebben wij ons over alle Bintangbier-hemdjes-dragende-australische-pubers en de breedgeschouderde-en-witte-broek-en-lakschoenen-dragende-russen. Hysterische taferelen van bierdrinkende youngsters in zwembaden. Nou ja goed, we hadden een lekker ruime kamer en we konden de was weer laten doen! Op Bali gebruiken ze zoveel waspoeder dat je na een week dragen nog het idee hebt dat je kleren net gewassen zijn.
Voordat we weer naar het vliegveld gingen nog even een kijkje genomen op Kuta Beach waar het volstaat met surfplanken. Helaas geen tijd om een poging te wagen. En toen was het: dag Indonesie, tot snel weer!...Heel snel weer want de volgende dag vlogen we al weer naar Sulawesivia Maleisie.Een beetje onhandig maar dat kwam omdat wij maar een 30 dagen visum hadden. Daarom moesten weeven het land uit en dat betekent in indonesie al snel een paar uur vliegen. Het volgende verhaal gaat over onze belevenissen in Sulawesi.
Tropical groetjes uit Indonesie!
Jeroen en Keetie
Reacties
Reacties
Hi Keetie,
Altijd leuk om weer Bali te bezoeken, toch?
In 2007 ben ik ook op Bali, Lombok en Flores geweest. echt super, it brings back memories;-)
veel reisplezier,
Serge
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}