Keetie en Jeroen @ Asia

Myanmar/Birma

Hallo allemaal!

Vanochtend zijn we weer heelhuids teruggekomen uit Myanmar en zitten nu weer even in Bangkok voordat we vertrekken naar een tropisch eilandje in het zuiden voor een afsluitende strandvakantie. Hierbij het reisverslag van de afgelopen 2 weken.

Op 23 februari vlogen we van Bangkok naar de hoofdstad van Myanmar, Yangon. Toch wel enigszins nerveus over wat ons hier te wachten stond! Aangekomen in Yangon troffen we een spiksplinternieuw vliegveld aan met schattige meisjes bij de customs. We hadden ons al voorbereid op een welkom door een paar gewapende militairen van de heersende junta, maar die waren nergens te bekennen. We hadden een pick up geregeld via ons hotel wat wel zo relaxed was.

Omdat het land zo geisoleerd is, vanwege de militaire regering, wisten we niet goed wat we er zouden aantreffen. Wat ons opviel in de straten van Yangon was dat hier helemaal geen motorbikes reden! Heel azie is vergeven van de motorbikes maar in Yangon was er niet een te bekennen. Daarnaast was opvallend dat alle mannen een sarong (longyi) dragen en dat veel mensen rondlopen met een roestvrijstalen pannensetje/lunchbakjes. Overal op straat vind je rode vlekken van de uitgespuwde betelnut resten (vrijwel alle mannen kauwen dit spul en daar houden zee en rood onprettig ogend gebit aan over) en op iedere hoek van de straat is een teashop te vinden met kleine tafeltjes en krukjes met thermoskannen thee. Op de stoep tussen de teashops stonden persen waarmee uit verse suikerriet stengels een zoetig drankje wordt geperst. Verder staan de stoepen vol met manshoge generatoren, ter aanvulling van de slechte energievoorziening in het land (er is voldoende energie van een door de japanners gebouwde waterkrachtcentrale maar dit wordt verkocht aan China waardoor er slechts enkele uren, hoofdzakelijk in de nacht wanneer niemand op stroom zit te wachten, electriciteit is). En de vrouwen en kinderen smeren hun gezichten in met cremekleurige pasta gemaakt van een soort hout, thanaka genaamd. Dit is een soort make-up en zonnebrandcreme in 1. Verder rijden overal oude afgedankte witte Toyota corolla's rond, nieuwe auto's zijn zo goed als niet in het straatbeeld te bekennen. Behoorlijk wat nieuwe en bijzondere indrukken dus in dit aziatische land.

Eenmaal ingecheckt in het hotel zijn we direct op zoek gegaan naar een plek om dollars om te wisselen in de locale munteenheid, de Kyat. In Myanmar zijn geen banken dus geld wisselen gebeurt op straat of in hotels. Het locale geld mag ook het land niet uit dus iedereen die het land binnenkomt neemt een stapel dollars mee om dit ter plekke te wisselen. Het is lastig om grip te krijgen op de wisselkoersen: officieel is de rate 6 Kyat voor een dollar maar op straat krijg je 1000 Kyat voor een dollar. Volgens mij is de rate niet gebonden aan een geavanceerd economisch system dus is het net hoe de wind waait. Het grootste briefje is 1000 Kyat (ongeveer 1 dollar) en we hebben ook briefjes gezien van 5 Kyat (ongeveer 0,5 dollarcent). Je begrijpt dus dat iedereen met enorme bergen biljetten rondloopt.

Op straat krijg je de beste koers dus daar gingen we ons geluk beproeven. We werden al snel aangesproken door een paar indiers die ons meenamen naar een wissel'kantoortje'. In eerste instantie leek het allemaal netjes te gaan: we kregen rustig de gelegenheid om de Kyat biljetten te tellen. Vervolgens wilde de man onze dollarbiljetten zien en die hadden natuurlijk het verkeerde serienummer. Vervolgens wisselde het geld uit ons beheer naar die van de indier en werd er en nieuwe lagere wisselkoers afgesproken. We kregen de enorme stapel terug en moesten daarvan dus een paar Kyats teruggeven. Toen we zeiden dat we de biljetten opnieuw wilden tellen werden de money changers opeens heel zenuwachtig en zeiden ze dat wel voor ons konden doen. De toegevoegde waarde daarvan is natuurlijk nul omdat die gasten net iets te snel zijn met hun vingers. Met de vingervlugheid van Hans Kazan in mijn achterhoofd zei ik dat ik de stapel zelf wilde natellen. Dit mocht niet...we zeiden vriendelijk gedag en hebben vervolgens onze dollars in een hotel gewisseld. En zoals verwacht was dit geen slechte zet want naderhand hoorden we meerdere verhalen van mensen die op deze manier voor tientallen dollars waren opgelicht.

In Yangon is naast het bezichtigen van het straatleven en een paar kitscherige pagodas niet heel veel te beleven. Het leukste vonden we de teashops: je gaat zitten op een klein plastic krukje en bestelt thee. Je koopt dan een kopje thee met zoete melk en op tafel staat een thermoskan met gratis Chinese thee. Daarnaast kun je er vaak pannenkoekjes of samosa's (een soort driehoekige loempia's) krijgen. Een gezellige bedoening op straat waar de locals iedere dag wel een paar uur doorbrengen.

Vanuit Yangon namen we een nachtbus richting Mandalay. Een 14 urige trip over de ‘highway' richting het noorden. Deze ‘highway' is 1 rijbaan breed en niet van al te beste kwaliteit. De bus was redelijk relaxed, uiteraard met slechte bollywoodfilm en de airco op de hoogste stand. Als we een eet/plasplek naderden werd er een bandje afgespeeld waar ook in het engels was ingesproken. Vroeg in de ochtend kreeg iedereen een verfrissingsdoekje en tandenborstel uitgereikt bij de laatste plasstop en kon je je al poetsend vervoegen tussen de boven de wasbakken hangende en rochelende locals.

In Mandalay stonden er alweer taxi's en hotel touts klaar en waren we snel weer ingecheckt in ons volgende hotel. We spraken met de locale gids Tun Tun over een toer die hij de volgende dag met ons kon doen. Wat hij had bedacht klonk ons goed in de oren: hij had een toer samengesteld langs de bezienswaardigheden van Mandalay en de omliggende voormalige koningssteden (allemaal pagoda's en monasteries) maar op zo'n manier dat wij de 10 dollar government entrance fee niet hoefden te betalen. In plaats daarvan betaalden we hem die dollars voor een vrijwilligersproject voor de slachtoffers van de 2008 cycloon (betere besteding).

In Mandalay is er een aanzienlijk aantal engelssprekende gidsen, taxidrivers en trishaw (soort rikshaw maar dan met twee zitjes) drivers actief. Zij hangen rond bij de hotels en zijn aardige niet al te opdringerige lui. Met 1 van de trishawdrivers hebben we wat opgetrokken in de stad en thee gedronken en ook over de politieke situatie gesproken. Het lijkt erop dat engelssprekende locals toch wel graag over de situatie willen praten maar ook op hun hoede zijn en bij het uitspreken van de naam Aung San Suu Kyi (de befaamde lijstrekker van de democratische partij die al jaren huisarrest heeft) wat zenuwachtig om zich heen kijken.

Met Tun Tun hebben we al rondrijdend in een schattige oude blauwe mazda taxi een dag rondgebracht in en rond Mandalay. We bezochten de locale markt, het bekende Mandalay Hill, diverse pagoda's, een oude teak houten monastry en bij zonsondergang een 1,2 km lange teak houten oude bridge die de verbinding vormt tussen twee monastries en vol was met flanerende monnikken en locals.

De meeste wegen in Myanmar zijn zeer slecht. Alleen de wegen waarvan de regering zelf gebruik maakt worden onderhouden. De rest zit vol gaten of is gewoonweg een zandpad. In deze droge tijd van het jaar zorgt dat voor de nodige stofwolken wat samen met de zeer droge lucht direct op je luchtwegen slaat.

Het eten in Myanmar is door de aanwezigheid van chinezen en indiers afwsselend. Helaas was een indiase curry niet zo heel goed gevallen waardoor Keetie een dagje met darmkrampen op bed heeft doorgebracht. Jeroen heeft die dag een bezoek gebracht aan Mingun, ten noorden van Mandalay. Hier is een enorm grote tempel te vinden die maar voor een derde is afgebouwd. De tempel was nu 50 m hoog en zou 150 m zijn geworden als de koning van destijds langer had geleefd. Met zijn 50 m was de tempel nu al een zeer indrukwekkend bouwwerk.

De volgende dag stapten we in alle vroegte (5 am) op een boot die ons in ongeveer 15 uur over de Ayeyarwady rivier naar Bagan zou brengen. Bagan staat bekend om de vele oude pagodas uit de 11e, 12e en 13e eeuw die hier verspreid in het landschap staan. In de pagodas bevinden zich grote boeddhabeelden en oude tekeningen over het leven van Boeddha.

De boot was afgeladen met locals die zich met hun proviand al geinstalleerd hadden op zowel het beneden- als het bovendek. Voor de toeristen waren er plastic stoeltjes neergezet. Vanaf de boot konden we de zonsopkomst aanschouwen en vermaakten we ons die dag met glimlachen naar de locals, vrouwen met schalen vol snacks en fruit van ons afschudden, het uitzicht op de zandbanken en rivieroevers en lezen. In de regentijd schijnt de rivier zo'n 10 meter hoger te staan. De rivieroevers zijn in deze tijd van het jaar zo weids dat het soms wel lijkt of je over een woestijn uitkijkt. Langs de oevers zie je mensen vissen, wassen en kinderen spelen. Op een gegeven moment meerden we aan op een plek waar tientallen ossenkarren klaarstonden om de bootpassagiers op te halen en naar hun dorp te brengen. De hele boot stroomde leeg. Nu was er plek om rond te lopen op de boot wat daarvoor eigenlijk onmogelijk was geweest. Even later kwamen er vrouwen aan boord die hun zelfgemaakte kleden verkochten en kort daarna liepen we vast op een zandbank. Het was inmiddels weer donker geworden en vanwege de lage waterstand was het ook niet zo gek dat we vastliepen. Er werd nog geprobeerd om de boot los te krijgen maar al snel hadden we door dat we een nachtje op de boot moesten doorbrengen. Gelukkig hebben we 2 fijne hangmatjes bij ons J dus hoefden we niet op de harde vloer te liggen. Bij de de ochtendgloren kwam er een andere boot die ons naar onze eindbestemming Nyaung U bracht. Hier stonden weer andere vervoersmiddelen voor ons klaar: paardenkarren. Al hobbelend in de kar werden we naar ons hotel gebracht. We vonden Nyaung U meteen erg aangenaam: een dorpse sfeer en rustige straten (of eigenlijk zandwegen) en veel hotels en restaurantjes, maar allemaal kleinschalig. Met de driver van de paardenkar maakten we de afspraak voor een tour langs de hoogtepunten van Bagan. Een dagvullend programma met alweer een afsluitende zonsondergang bij een van de pagodas. Met paard en wagen is een erg leuke manier om de omgeving te bekijken ook al hadden we het wel te doen met het paard dat in de brandende zon, droge hitte en stoffige omgeving zijn werk moest doen. Het landschap van Bagan lijkt in deze tijd van het jaar op het duinlandschap in Nederland maar dan veel droger en stoffiger. In total hebben we 4 dagen doorgebracht in deze omgeving, inclusief de verjaardag van Keetie. Op deze dag hebben we nog met twee gare fietsjes het gebied verkend en ‘s avonds Myanmar bier gedronken bij een van de gezellige restaurantjes.

Vanuit Bagan hebben we een binnenlandse vlucht gemaakt naar Heho, vlakbij het Inle meer. Eigenlijk wilden we alles overland doen maar we hoorden zulke nare verhalen over de busrit en de slechte conditie van de wegen dat we besloten te gaan vliegen. Op het vliegveld werden we geconfronteerd met het fenomeen ‘pakket- en groepsreizen door Myanmar'. Veelal russische, franse en spaanse groepsreizen voor senioren. We voelden ons niet echt thuis tussen dit volk omdat we de indruk kregen dat deze mensen van de ene naar de andere toeristische hotspot vlogen zonder het land echt te leren kennen en in contact te komen met locals. Daarnaast verblijven deze groepen vaak in door de regering gerunde hotels wat natuurlijk eigenlijk not done is. De Russen en Chinezen weten niet beter want die krijgen van hun regering alleen maar positieve propagandaberichten over de regering van Myanmar te horen. We besloten dan ook dat we ons laatste deel van de reis toch echt weer overland af zouden leggen tussen de locals in een bus.

Bij Inle lake verbleven we in het leukste guesthouse van Myanmar: Queen Inn. Gerund door een geweldig vriendelijke familie voelden we ons hier home away from home. De moeder van de familie verwende ons met aardbeienshakes en grote hoeveelheden pannekoeken bij het ontbijt. Het enige nadeel was dat ons houten bungalowhuisje vrij dicht bij de rivier stond waar elke ochtend vanaf een uur of zes het bootverkeer op gang komt. De boten zijn uitgerust met ronkende motoren waardoor het lijkt alsof er groepen hells angels heen en weer rijden naast je bed. Maar goed, de eerste dag moesten we zelf toch vroeg op omdat we een tour gingen doen over het meer in een van deze ronkende boten. Inle lake staat bekend om de authentieke houten bootjes die bestuurd worden door mannen die met alleen hun been de roeispaan door het water heen halen. Verder is er veel leven op en om dit meer. Hele dorpen zijn op palen in het meer gebouwd en ook zijn er drijvende groententuinen en rijstvelden. Qua sfeer deed het Keetie gek genoeg aan de eilandspolder denken (polder tussen Beemster en Schermer in N-H). Daarnaast zijn er ook de diverse touristtraps als weverijen en zilversmeden met bijbehorende souvenirshops te vinden. Al met al een vrij toeristisch gebeuren maar wel vermakelijk voor een dag.

Ondertussen begonnen we steeds meer te denken aan het laatste deel van onze trip: de strandvakantie in Thailand. De reisomstandigheden in Myanmar zijn niet heel relaxed met die extreem droge lucht met roet en fijnstof en de lange reisafstanden. Daarnaast waren we ook niet erg onder de indruk van het landschap en is er geen noemenswaardige natuur. Het meest waren we onder de indruk van de supervriendelijke mensen. Myanmar is een land met heel eigen kenmerken die niet met andere aziatische landen te vergelijken zijn. Dit was erg interessant om te beleven maar voor ons waren 2 weken in dit land meer dan genoeg.

De laatste etappe van de reis was de 18 urige bustrip terug naar Yangon. Als je in die bus zit heb je het echt te doen met de locals die in een land moeten leven met superslechte wegen en reizen in afgedankte chinese bussen. De droge en stoffige omgeving maakt het er niet beter op. Waarschijnlijk als je in een andere tijd van het jaar in Myanmar bent is het allemaal wat groener en prettiger reizen maar op ons kwam het nu over als een nare leefomgeving. De bus reed door de bergen gemiddeld zo'n 15 km per uur. Een aantal locals hadden het duidelijk ook zwaar met het feit dat de bus geen schokdemper had en kotsten de nodige plastic zakjes vol. Eenmaal aangekomen op de ‘highway' ging het allemaal wat beter maar het was zeker niet een van de fijnste busritten die we hebben gedaan. In Yangon hebben we de laatste dag grotendeels doorgebracht in het hotel en onze laatste vluchttickets naar huis geboekt.

Inmiddels zitten we dus weer in Bangkok en vanavond stappen we op de nachtbus naar Ranong. Morgenochtend nemen we de boot naar het kleine eiland Koh Chang. We hebben net een stapel boeken gekocht en hopen als lezend, hangmattend en yoga'end onze reis door Azie hier af te sluiten.

Op 23 maart komen we weer in Nederland aan en nemen dan het mooie weer mee jullie kant op.

Groetjes aan iedereen en tot snel ziens/horens/mails

Keetie en Jeroen

Reacties

Reacties

Sanne

Lieve Keetie, gefeliciteerd met je 30e verjaardag! En Jeroen met zijn 32e! Geniet van jullie laatste weken en hopelijk tot eind maart. Paul was gisteren bij ons thuis en gaf aan de laatste zondag van maart te blokken voor een afterparty jullie beider verjaardagen.

Tot dan! Liefs Sanne

Dabooaah

Gast man, Feliciteert he, en Keetie ook nog gefeliciteerd he!!

en tot na jullie reis.
Ik ben als jullie terugkomen nog even in Suriname, maar daarna gaan we even een keer "evalueren"
Laterrr

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!