Keetie en Jeroen @ Asia

Islandlife: Koh Chang Thailand

Hallo allemaal,

We gaan bijna naar huis….!

De afgelopen week hebben we op het eiland Koh Chang doorgebracht aan de westkust van Thailand (vlakbij grens met Myanmar). Dit is een ander eiland dan waar we in het begin van de reis zaten maar dus met dezelfde naam

Cool

Het is een lekker rustig eiland met een tiental simpele resortjes. Geen electriciteit overdag, geen auto’s, geen wegen. Echt een heerlijke plek om onze reis af te sluiten!

We hadden een hutje direct aan het strand en konden dus vanuit de hangmat uitkijken over zee. Af en toe even een dip in het water….boeken lezen, fruitshakes drinken, sticky rice met mango eten….

Keetie heeft yogalessen gevolgd even verderop aan het strand.

Naast deze activiteiten hebben we ook een aantal wandelingen gemaakt over het eiland. Een groot deel van het eiland is nog ongerepte jungle en hier komen hornbills voor (vogels met grote gekleurde snavel). Verder zijn er rubberbomenplantages en cashewnootplantages. We snappen nu waarom die cashewnoten zo duur zijn! Een cashewnotenboom geeft maar 200-300 noten per jaar. De noten groeien uit een vrucht en zitten in een stevig jasje gevuld met huidirriterend gif. Om ze eetbaar te maken moet er een heel proces gevolgd worden van zondrogen, koken, pellen, verhitten en bevochtigen. Een heel gedoe dus voordat je zo’n lekker zakje cashewnoten kunt verorberen.

Vanavond stappen we in een VIP bus die ons weer naar Bangkok brengt. In Bangkok hebben we nog een dag om wat te shoppen voordat we zondag weer op huus an gaan.

We hebben begrepen dat het inmiddels een beetje lente begint te worden in Nederland dus dat is mooi meegenomen voor ons.

Iedereen bedankt voor de leuke reacties op onze site. We vonden het leuk om onze belevenissen met jullie te delen. Voor het merendeel van jullie: tot snel weer ziens in Nederland!

Groetjes Jeroen en Keetie

Myanmar/Birma

Hallo allemaal!

Vanochtend zijn we weer heelhuids teruggekomen uit Myanmar en zitten nu weer even in Bangkok voordat we vertrekken naar een tropisch eilandje in het zuiden voor een afsluitende strandvakantie. Hierbij het reisverslag van de afgelopen 2 weken.

Op 23 februari vlogen we van Bangkok naar de hoofdstad van Myanmar, Yangon. Toch wel enigszins nerveus over wat ons hier te wachten stond! Aangekomen in Yangon troffen we een spiksplinternieuw vliegveld aan met schattige meisjes bij de customs. We hadden ons al voorbereid op een welkom door een paar gewapende militairen van de heersende junta, maar die waren nergens te bekennen. We hadden een pick up geregeld via ons hotel wat wel zo relaxed was.

Omdat het land zo geisoleerd is, vanwege de militaire regering, wisten we niet goed wat we er zouden aantreffen. Wat ons opviel in de straten van Yangon was dat hier helemaal geen motorbikes reden! Heel azie is vergeven van de motorbikes maar in Yangon was er niet een te bekennen. Daarnaast was opvallend dat alle mannen een sarong (longyi) dragen en dat veel mensen rondlopen met een roestvrijstalen pannensetje/lunchbakjes. Overal op straat vind je rode vlekken van de uitgespuwde betelnut resten (vrijwel alle mannen kauwen dit spul en daar houden zee en rood onprettig ogend gebit aan over) en op iedere hoek van de straat is een teashop te vinden met kleine tafeltjes en krukjes met thermoskannen thee. Op de stoep tussen de teashops stonden persen waarmee uit verse suikerriet stengels een zoetig drankje wordt geperst. Verder staan de stoepen vol met manshoge generatoren, ter aanvulling van de slechte energievoorziening in het land (er is voldoende energie van een door de japanners gebouwde waterkrachtcentrale maar dit wordt verkocht aan China waardoor er slechts enkele uren, hoofdzakelijk in de nacht wanneer niemand op stroom zit te wachten, electriciteit is). En de vrouwen en kinderen smeren hun gezichten in met cremekleurige pasta gemaakt van een soort hout, thanaka genaamd. Dit is een soort make-up en zonnebrandcreme in 1. Verder rijden overal oude afgedankte witte Toyota corolla's rond, nieuwe auto's zijn zo goed als niet in het straatbeeld te bekennen. Behoorlijk wat nieuwe en bijzondere indrukken dus in dit aziatische land.

Eenmaal ingecheckt in het hotel zijn we direct op zoek gegaan naar een plek om dollars om te wisselen in de locale munteenheid, de Kyat. In Myanmar zijn geen banken dus geld wisselen gebeurt op straat of in hotels. Het locale geld mag ook het land niet uit dus iedereen die het land binnenkomt neemt een stapel dollars mee om dit ter plekke te wisselen. Het is lastig om grip te krijgen op de wisselkoersen: officieel is de rate 6 Kyat voor een dollar maar op straat krijg je 1000 Kyat voor een dollar. Volgens mij is de rate niet gebonden aan een geavanceerd economisch system dus is het net hoe de wind waait. Het grootste briefje is 1000 Kyat (ongeveer 1 dollar) en we hebben ook briefjes gezien van 5 Kyat (ongeveer 0,5 dollarcent). Je begrijpt dus dat iedereen met enorme bergen biljetten rondloopt.

Op straat krijg je de beste koers dus daar gingen we ons geluk beproeven. We werden al snel aangesproken door een paar indiers die ons meenamen naar een wissel'kantoortje'. In eerste instantie leek het allemaal netjes te gaan: we kregen rustig de gelegenheid om de Kyat biljetten te tellen. Vervolgens wilde de man onze dollarbiljetten zien en die hadden natuurlijk het verkeerde serienummer. Vervolgens wisselde het geld uit ons beheer naar die van de indier en werd er en nieuwe lagere wisselkoers afgesproken. We kregen de enorme stapel terug en moesten daarvan dus een paar Kyats teruggeven. Toen we zeiden dat we de biljetten opnieuw wilden tellen werden de money changers opeens heel zenuwachtig en zeiden ze dat wel voor ons konden doen. De toegevoegde waarde daarvan is natuurlijk nul omdat die gasten net iets te snel zijn met hun vingers. Met de vingervlugheid van Hans Kazan in mijn achterhoofd zei ik dat ik de stapel zelf wilde natellen. Dit mocht niet...we zeiden vriendelijk gedag en hebben vervolgens onze dollars in een hotel gewisseld. En zoals verwacht was dit geen slechte zet want naderhand hoorden we meerdere verhalen van mensen die op deze manier voor tientallen dollars waren opgelicht.

In Yangon is naast het bezichtigen van het straatleven en een paar kitscherige pagodas niet heel veel te beleven. Het leukste vonden we de teashops: je gaat zitten op een klein plastic krukje en bestelt thee. Je koopt dan een kopje thee met zoete melk en op tafel staat een thermoskan met gratis Chinese thee. Daarnaast kun je er vaak pannenkoekjes of samosa's (een soort driehoekige loempia's) krijgen. Een gezellige bedoening op straat waar de locals iedere dag wel een paar uur doorbrengen.

Vanuit Yangon namen we een nachtbus richting Mandalay. Een 14 urige trip over de ‘highway' richting het noorden. Deze ‘highway' is 1 rijbaan breed en niet van al te beste kwaliteit. De bus was redelijk relaxed, uiteraard met slechte bollywoodfilm en de airco op de hoogste stand. Als we een eet/plasplek naderden werd er een bandje afgespeeld waar ook in het engels was ingesproken. Vroeg in de ochtend kreeg iedereen een verfrissingsdoekje en tandenborstel uitgereikt bij de laatste plasstop en kon je je al poetsend vervoegen tussen de boven de wasbakken hangende en rochelende locals.

In Mandalay stonden er alweer taxi's en hotel touts klaar en waren we snel weer ingecheckt in ons volgende hotel. We spraken met de locale gids Tun Tun over een toer die hij de volgende dag met ons kon doen. Wat hij had bedacht klonk ons goed in de oren: hij had een toer samengesteld langs de bezienswaardigheden van Mandalay en de omliggende voormalige koningssteden (allemaal pagoda's en monasteries) maar op zo'n manier dat wij de 10 dollar government entrance fee niet hoefden te betalen. In plaats daarvan betaalden we hem die dollars voor een vrijwilligersproject voor de slachtoffers van de 2008 cycloon (betere besteding).

In Mandalay is er een aanzienlijk aantal engelssprekende gidsen, taxidrivers en trishaw (soort rikshaw maar dan met twee zitjes) drivers actief. Zij hangen rond bij de hotels en zijn aardige niet al te opdringerige lui. Met 1 van de trishawdrivers hebben we wat opgetrokken in de stad en thee gedronken en ook over de politieke situatie gesproken. Het lijkt erop dat engelssprekende locals toch wel graag over de situatie willen praten maar ook op hun hoede zijn en bij het uitspreken van de naam Aung San Suu Kyi (de befaamde lijstrekker van de democratische partij die al jaren huisarrest heeft) wat zenuwachtig om zich heen kijken.

Met Tun Tun hebben we al rondrijdend in een schattige oude blauwe mazda taxi een dag rondgebracht in en rond Mandalay. We bezochten de locale markt, het bekende Mandalay Hill, diverse pagoda's, een oude teak houten monastry en bij zonsondergang een 1,2 km lange teak houten oude bridge die de verbinding vormt tussen twee monastries en vol was met flanerende monnikken en locals.

De meeste wegen in Myanmar zijn zeer slecht. Alleen de wegen waarvan de regering zelf gebruik maakt worden onderhouden. De rest zit vol gaten of is gewoonweg een zandpad. In deze droge tijd van het jaar zorgt dat voor de nodige stofwolken wat samen met de zeer droge lucht direct op je luchtwegen slaat.

Het eten in Myanmar is door de aanwezigheid van chinezen en indiers afwsselend. Helaas was een indiase curry niet zo heel goed gevallen waardoor Keetie een dagje met darmkrampen op bed heeft doorgebracht. Jeroen heeft die dag een bezoek gebracht aan Mingun, ten noorden van Mandalay. Hier is een enorm grote tempel te vinden die maar voor een derde is afgebouwd. De tempel was nu 50 m hoog en zou 150 m zijn geworden als de koning van destijds langer had geleefd. Met zijn 50 m was de tempel nu al een zeer indrukwekkend bouwwerk.

De volgende dag stapten we in alle vroegte (5 am) op een boot die ons in ongeveer 15 uur over de Ayeyarwady rivier naar Bagan zou brengen. Bagan staat bekend om de vele oude pagodas uit de 11e, 12e en 13e eeuw die hier verspreid in het landschap staan. In de pagodas bevinden zich grote boeddhabeelden en oude tekeningen over het leven van Boeddha.

De boot was afgeladen met locals die zich met hun proviand al geinstalleerd hadden op zowel het beneden- als het bovendek. Voor de toeristen waren er plastic stoeltjes neergezet. Vanaf de boot konden we de zonsopkomst aanschouwen en vermaakten we ons die dag met glimlachen naar de locals, vrouwen met schalen vol snacks en fruit van ons afschudden, het uitzicht op de zandbanken en rivieroevers en lezen. In de regentijd schijnt de rivier zo'n 10 meter hoger te staan. De rivieroevers zijn in deze tijd van het jaar zo weids dat het soms wel lijkt of je over een woestijn uitkijkt. Langs de oevers zie je mensen vissen, wassen en kinderen spelen. Op een gegeven moment meerden we aan op een plek waar tientallen ossenkarren klaarstonden om de bootpassagiers op te halen en naar hun dorp te brengen. De hele boot stroomde leeg. Nu was er plek om rond te lopen op de boot wat daarvoor eigenlijk onmogelijk was geweest. Even later kwamen er vrouwen aan boord die hun zelfgemaakte kleden verkochten en kort daarna liepen we vast op een zandbank. Het was inmiddels weer donker geworden en vanwege de lage waterstand was het ook niet zo gek dat we vastliepen. Er werd nog geprobeerd om de boot los te krijgen maar al snel hadden we door dat we een nachtje op de boot moesten doorbrengen. Gelukkig hebben we 2 fijne hangmatjes bij ons J dus hoefden we niet op de harde vloer te liggen. Bij de de ochtendgloren kwam er een andere boot die ons naar onze eindbestemming Nyaung U bracht. Hier stonden weer andere vervoersmiddelen voor ons klaar: paardenkarren. Al hobbelend in de kar werden we naar ons hotel gebracht. We vonden Nyaung U meteen erg aangenaam: een dorpse sfeer en rustige straten (of eigenlijk zandwegen) en veel hotels en restaurantjes, maar allemaal kleinschalig. Met de driver van de paardenkar maakten we de afspraak voor een tour langs de hoogtepunten van Bagan. Een dagvullend programma met alweer een afsluitende zonsondergang bij een van de pagodas. Met paard en wagen is een erg leuke manier om de omgeving te bekijken ook al hadden we het wel te doen met het paard dat in de brandende zon, droge hitte en stoffige omgeving zijn werk moest doen. Het landschap van Bagan lijkt in deze tijd van het jaar op het duinlandschap in Nederland maar dan veel droger en stoffiger. In total hebben we 4 dagen doorgebracht in deze omgeving, inclusief de verjaardag van Keetie. Op deze dag hebben we nog met twee gare fietsjes het gebied verkend en ‘s avonds Myanmar bier gedronken bij een van de gezellige restaurantjes.

Vanuit Bagan hebben we een binnenlandse vlucht gemaakt naar Heho, vlakbij het Inle meer. Eigenlijk wilden we alles overland doen maar we hoorden zulke nare verhalen over de busrit en de slechte conditie van de wegen dat we besloten te gaan vliegen. Op het vliegveld werden we geconfronteerd met het fenomeen ‘pakket- en groepsreizen door Myanmar'. Veelal russische, franse en spaanse groepsreizen voor senioren. We voelden ons niet echt thuis tussen dit volk omdat we de indruk kregen dat deze mensen van de ene naar de andere toeristische hotspot vlogen zonder het land echt te leren kennen en in contact te komen met locals. Daarnaast verblijven deze groepen vaak in door de regering gerunde hotels wat natuurlijk eigenlijk not done is. De Russen en Chinezen weten niet beter want die krijgen van hun regering alleen maar positieve propagandaberichten over de regering van Myanmar te horen. We besloten dan ook dat we ons laatste deel van de reis toch echt weer overland af zouden leggen tussen de locals in een bus.

Bij Inle lake verbleven we in het leukste guesthouse van Myanmar: Queen Inn. Gerund door een geweldig vriendelijke familie voelden we ons hier home away from home. De moeder van de familie verwende ons met aardbeienshakes en grote hoeveelheden pannekoeken bij het ontbijt. Het enige nadeel was dat ons houten bungalowhuisje vrij dicht bij de rivier stond waar elke ochtend vanaf een uur of zes het bootverkeer op gang komt. De boten zijn uitgerust met ronkende motoren waardoor het lijkt alsof er groepen hells angels heen en weer rijden naast je bed. Maar goed, de eerste dag moesten we zelf toch vroeg op omdat we een tour gingen doen over het meer in een van deze ronkende boten. Inle lake staat bekend om de authentieke houten bootjes die bestuurd worden door mannen die met alleen hun been de roeispaan door het water heen halen. Verder is er veel leven op en om dit meer. Hele dorpen zijn op palen in het meer gebouwd en ook zijn er drijvende groententuinen en rijstvelden. Qua sfeer deed het Keetie gek genoeg aan de eilandspolder denken (polder tussen Beemster en Schermer in N-H). Daarnaast zijn er ook de diverse touristtraps als weverijen en zilversmeden met bijbehorende souvenirshops te vinden. Al met al een vrij toeristisch gebeuren maar wel vermakelijk voor een dag.

Ondertussen begonnen we steeds meer te denken aan het laatste deel van onze trip: de strandvakantie in Thailand. De reisomstandigheden in Myanmar zijn niet heel relaxed met die extreem droge lucht met roet en fijnstof en de lange reisafstanden. Daarnaast waren we ook niet erg onder de indruk van het landschap en is er geen noemenswaardige natuur. Het meest waren we onder de indruk van de supervriendelijke mensen. Myanmar is een land met heel eigen kenmerken die niet met andere aziatische landen te vergelijken zijn. Dit was erg interessant om te beleven maar voor ons waren 2 weken in dit land meer dan genoeg.

De laatste etappe van de reis was de 18 urige bustrip terug naar Yangon. Als je in die bus zit heb je het echt te doen met de locals die in een land moeten leven met superslechte wegen en reizen in afgedankte chinese bussen. De droge en stoffige omgeving maakt het er niet beter op. Waarschijnlijk als je in een andere tijd van het jaar in Myanmar bent is het allemaal wat groener en prettiger reizen maar op ons kwam het nu over als een nare leefomgeving. De bus reed door de bergen gemiddeld zo'n 15 km per uur. Een aantal locals hadden het duidelijk ook zwaar met het feit dat de bus geen schokdemper had en kotsten de nodige plastic zakjes vol. Eenmaal aangekomen op de ‘highway' ging het allemaal wat beter maar het was zeker niet een van de fijnste busritten die we hebben gedaan. In Yangon hebben we de laatste dag grotendeels doorgebracht in het hotel en onze laatste vluchttickets naar huis geboekt.

Inmiddels zitten we dus weer in Bangkok en vanavond stappen we op de nachtbus naar Ranong. Morgenochtend nemen we de boot naar het kleine eiland Koh Chang. We hebben net een stapel boeken gekocht en hopen als lezend, hangmattend en yoga'end onze reis door Azie hier af te sluiten.

Op 23 maart komen we weer in Nederland aan en nemen dan het mooie weer mee jullie kant op.

Groetjes aan iedereen en tot snel ziens/horens/mails

Keetie en Jeroen

Op naar Myanmar

Beste allen, we hebben Indonesie verlaten en zijn nuweer in Thailand. Het is maar voor een paar dagen zodat we de nodige dingen voor onze vervolgbestemming: Myanmar/ Birmakonden regelen.

We hebben nu nog precies een maand verlof over en die willen we deels in Myanmar en deels in Thailand op een eilandje doorbrengen. Klinkt makkelijk maar hier zijn diverse alternatieven aan vooraf gegaan (Molukken, Indonesie; Ko Pagnan, Thailand en de Philipijnen). Het is uiteindelijk een compromis geworden tussen een avontuurlijke en een yoga/ relax bestemming.

Myanmar

Myanmar ishet laatste land zonder enkele van de moderne faciliteiten waar we zo snel afhankelijk van zijn geworden. Er zijn in het hele land geen pinautomaten, er is geen mobiele telefoon netwerk en er is geen of slechts beperkt internet. We hebben echter gehoord dat er tegenwoordig wellicht toch internetmogelijkheden zijn op een beperkt aantal plekken, deze zouden echter gecensureerd zijn. Hotmail is naar alle waarschijnlijkheid niet te bereiken (eat that Microsoft!) maar Gmail wellicht nog wel. Vandaar dat we voor noodgevallen het volgende adres hebben aangemaakt:

klinkenbergkeetie@gmail.com

Reizen door Myanmarisomstreden door het militaire bewind dat het met mensenrechten niet zo nauw neemt. De militaire junta heeft absolute macht, wordt dus niet gecontroleerd en hoeft geen verantwoording af te leggen. Dit is de ideale voedingsbodem voor corruptie waardoor het land (samen met Somalie) aanvoerder is van hetCPI corruptielijstje.

Het land wordt al enkele jaren door een groot deel van het westen geboycot als strafmaatregel voor hetregime. Deze heeft de democratisch gekozen partij van Aung San Suu Kyi (die 82% van de stemmen kreeg) namelijk nooit aan de macht gelaten.

Omdat reizigers geld achter latenin het land waarvan een gedeelte bij het regime terecht komt wordt ook deze activiteitafgeraden.Niet westerse landen als China en Thailand doen echter niet mee aan de boycot en springen graag in de handelsleemte die het westen achter laat.Door de boycot kan het militaire junta het contact met de westerse wereldnog makkelijker vermijden en op dezelfde voet verder handelen met landen die geen vragen stellen over mensenrechten. Hierdoor zal de boycot wellicht een tegengesteld effect hebben. Het laatste woord is hier nog niet over gezegd.

Thailand neemt bv alleen al per maand voor 1 miljard dollar aan gas af van Myanmar, dit geld gaat rechtstreeks naar de junta die dit geld vervolgens vooral aan zichzelf en wapens uitgeeft.

Vluchtgegevens

Voor de thuisblijvers met onze terugvlucht gegevens: we hebben een andere terugvlucht geboekt. Op deze manier kunnenwe India vermijden. We vliegen nu nietmeer via Delhi en Helsinki maar van Kuala Lumpur direct naar Londen. Op 22 maart zijn we in Londen en we hebben nog geen vlucht of treinkaartje van Londen naar Amsterdam. Als we meer weten laten we dit weten.

Voor nu de groetjes vanuitThailand (morgen zitten we in Yangon, Myanmar) en tot over een maandje weer in levende lijven.

Jeroen en Keetie

Sulawesi en Bali

Selamat malam! (goedenavond)

We zijn zojuist even druk in de weer geweest met het uitzoeken van foto's van de afgelopen weken om jullie een indruk te geven van onze avonturen in Flores, Sulawesi en Bali. Momenteel zijn we dus op Bali! Maar eerst nog even Sulawesi verhalen....

Na aankomst op de luchthaven van Manado in noord Sulawesi zijn we vrijwel direct doorgegaan naar het prachtige eiland Bunaken. Bunaken is een echt divers en snorkelers paradise en daarom verwachtten wij eigenlijk een superontwikkeld eiland vol met dive resorts. Maar, niets van dat alles! Het eiland is weelderig tropisch begroeid met palm- en fruitbomen. Er zijn twee dorpjes en er is één betonnen pad van de ene kant van het eiland naar de andere kant. Achter de mangroven liggen strandjes en enkele dive resorts verdekt opgesteld. Een rustig eiland en je zwemt zo het prachtige rif op met een zeer fascinerende onderwaterwereld. Uiteindelijk zijn we hier 10 dagen gebleven in een relaxte bungalow met ruime veranda. De eerste 5 dagen waren we de enige gasten in ons kleine resort en kregen daarom ons eten geserveerd op onze veranda en hadden ook de beschikking over een thee- en koffievoorraad. Wat een luxe! Jeroen is hier helemaal los gegaan op het mooie rif en heeft uren gesnorkeld. Ook zijn we twee keer met de boot wat verder weggegaan en heeft Jeroen 2 duiken gemaakt. Maar omdat je met snorkelen al zo ongelovelijk veel ziet was het eigenlijk niet nodig om heel diep het water in te gaan.

Na deze 10 dagen van snorkelen, relaxen, lezen, yoga en massage (ja, Keetie kon hier eindelijk weer oefenen...) zijn we weer naar het vaste land gegaan en hebben een bezoek gebracht aan Tankoko nature reserve. Hier hebben we wandelingen gemaakt door de jungle op zoek naar apen, hornbills en de schattige tarsiers. We hebben ze allemaal gezien en vooral die fluffy grootogige tarsiers waren bijzonder om te zien. Dit zijn nachtdiertjes en komen rond de schemering uit hun holletje (meestal in een holle boom oid) waarna ze al springend van de ene naar de andere boom op zoek gaan naar insecten.

Vanuit Manado zijn we vervolgens naar Bali gevlogen. Deze keer gingen we linea recta naar Ubud, het artistieke dorp van Bali. Even buiten Ubud verblijven we samen met Eva (oud college van Keetie) en haar vriend Anne in een werkelijk prachtig huis midden in de rijstvelden. Het huis beschikt over een klein zwembadje. Vanuit de open ‘woonkamer' heb je zicht op de toppen van palm- en bananenbomen en vanuit de keuken heb jezicht op de heldergroene rijstvelden. De lotusbloemen en tropische planten rondom het huis maken dit plaatje compleet!

Omdat we nu beschikken over een keuken kunnen we weer ons eigen eten klaarmaken. We hebben al heel wat papayas, watermeloen, kokosnoten en rambutans verorberd. Verder zijn we zeer creatief met cacaobonen en hebben we heerlijke chocoladetoetjes gemaakt en... we kunnen weer brood eten!! Wat een luxe na al die weken van nasi goreng en banaan....

Vanuit deze mooie uitvalsbasis maken we zo nu en dan tripjes met de motorbike naar stranden, tempels en uitzichtpunten op vulkanen.

Keetie en Eva gaan dagelijks naar yogales of doen hun eigen practice in het mooie huis. Jeroen en Anne hebben een dag gesurft op Kuta beach. Het ging redelijk, binnen 2 uur al een golf staand uitgereden. Na de eerste middag was Jeroen echter zo schandalig verbrand dat hij besloten heeft de 2e dag niet het water in te gaan. Jammer maar wel verstandig. Morgen naar de oostkust van Bali, kijken wat daar te zien is...

Tot zover deze update van onze reis!

Groetjes Jeroen en Keetie

Flores, Komodo & Rinca

Hallo allemaal!!

Het is alweer even geleden dat we iets van ons hebben laten horen. De afgelopen weken zaten we in oorden zonder of met moeilijk toegankelijk internet dus vandaar! Inmiddels zitten we in het noorden van Sulawesi en komen we net terug van een 10 daags verblijf op het heerlijke eiland Bunaken. Maar voordat we de verhalen hierover uit de doeken doen eerst ons reisverslag van Flores, Komodo en Rinca.

Vanuit Lombok vlogen we via Bali naar Labuanbajo op het eiland Flores. Een klein vliegveldje waar de nieuwschierige locals al met hun neuzen tegen de ramen van de aankomsthal gedrukt stonden. Erg opdringerig waren ze overigens niet, een goede eerste indruk. Met een bemobusje gingen we samen met een ander nederlands stel het havenstadje Labuanbajo in. Labuanbajo is een vrij ranzige plaats maar gelukkig ligt deze wel aan de voet van wat volgens ons een van de mooiste en meest ongerepte gebieden op deze aardbol is: Komodo National Park.

Komodo staat bekend om de monsterlijke komodo dragons die de eilanden hier bevolken. Wat wij niet wisten is dat dit gebied vol is van schitterende eilanden met idyllische stranden waar nooit iets gebeurd en waar niemand komt. Verder is de onderwaterwereld hier (samen met Bunaken maar daarover later meer) de mooiste die wij tot nog toe hebben gezien: ongerept koraal in een hoeveelheid en diversiteit, echt waanzinnig! Hier liggen een paar van de mooiste duikspots van de wereld. Het gebied hebben wij verkend gedurende een 2 daagse boottocht met 3 nederlanders en een indonesische. Een super ervaring met geweldige kok aan boord die zelfgevangen vis klaarmaakte en heerlijke maaltijden voorschotelde. We sliepen op de boot op matrasje (tussen de kakkerlakken die opeens 's avonds uit het ruim tevoorschijn kwamen). Jeroen trof het met zijn hangmat die hij tussen twee balken op de bootopgehangen had. We genoten van de uitizchten op de eilanden, de wandeling over sprookjesachtig Rinca waar we 7 dragons hebben gespot en het snorkelen bij idyllische baaitjes. Rinca is overigens beter voor het spotten van de dragons dan Komodo. Hier kun je er wel een paar zien maar dat zijn de exemplaren in de buurt van het restaurant die volgevroten liggen uit te buiken.

Na deze geweldige trip besloot Jeroen om te gaan duiken. Dus de volgende dag stapten we weer op een boot. Keetie zou het bij het snorkelen houden. Na een vrij interessante uitleg over het onstaan van koraalrifen en onderwaterleven kwamen we bij de eerste duikspot aan. Helaas was het doorzicht erg slecht die op die plek en uiteindelijk waren de duiken enigszins teleurstellend. De verwachting was dat we mantarays gingen zien maar die bleken niet op die spots te zitten :-( De Dive instructor stond er niet voor open om een spot op te zoeken met meer kans op manta's en een beter doorzicht. Een vrij stugge vent met een bepaalde attitude die wij niet zo relaxed vonden. Een beetje teleurgesteld dus terwijl het koraal natuurlijk wel supermooi was.

Na een langer verblijf in L. Bajo dan verwacht stapten we de volgende dag op een bus het binnenland in. Flores is supergroen met rijstvelden en jungle en een misselijkmakendekronkelende'highway'door de bergen. Het deed ons hier aan Laos denken met de bamboehuisjes langs de weg en de vele zwaaiende kindjes. Ons doel was de plaats Bajawa maar omdat dit een vrij lange trip is hebben we halverwege overnacht in Ruteng. De volgende ochtend vroeg weer in de bus gestapt voor een mooie rit naar Bajawa, een klein plaatsje in de bergen. Rondom deze plaats liggen traditionele dorpjes, hot springs en vulkanen. We zijn met de motorbike naar 1 van de hotsprings geweest, een supermooie: vanuit een grote bron loopt het water via een bassin richting rivieren en vormen onderweg watervallen. Daarnaast was een groot zwembad aangelegd met daarin het heerlijke warme water! Na een warm bad en een noodlesoepje stapten we weer op de brommer op zoek naar de vulkaan Wowo Muda. Deze vulkaan is in 2001 voor het laatst uitgebarsten en heeft een aantal kleurige meren in de krater. Na wat rondvragen kwamen we in het dorpje aan de voet van deze vulkaan. Het hele dorp liep uit na onze aankomst en de kinderen waren nieuwschierig maar ook bang en renden weg als we te dichtbij kwamen. Een baby vond ons duidelijk heel erg eng want die zette het op een krijsen bij onze aanblik. Nog even de hand geschud met het dorpsomaatje met het verwilderde haar. De mensen hier hebben veel weg van de bewoners van Papua die wij kennen van foto's en tv: grote bossen kroeshaar! Daarnaast kauwen veelvrouwen op beetle-nuts waardoor ze een ranzig rode mond en tanden krijgen en wat blijkbaar bepaalde verdovende bijwerkingen heeft. Erg charmant hoor die grote glimlachen van die vrouwen met rottende tanden in hun mond! Toen we duidelijk maakten dat we de vulkaan op wilden bood een van de bewoners direct aan om onze gids te zijn. Hij pakte zijn wandelstok en liep met ferme passen voor ons uit de berg op. Het was een uurtje klimmen voordat we de summit bereikten. Het was duidelijk dat hier recentelijk nog een uitbarsting had plaatsgevonden: dode bomen en zwavelachtige gronden. Er waren een paar meertjes te zien: een turqoise en een oranje-bruine. Beneden in het dal begon het inmiddels te onweren en regenen dus begonnen we weer aan de afdaling. Een erg geslaagde dag die dag! De volgende dag hield het niet op met regenen maar toch stapten we weer op de bike richting de traditionele dorpjes rond Bajawa. Ondanks onze poncho's en helmen met geblindeerde vizieren herkenden de locals ons al van verre en riepen dan 'hello Mister!'. In de stromende regen kwamen we aan in het dorpje Bela en dronken koffie en thee (eigenlijk mierzoet suikerwater) bij een van de families daar. Met onze 'twee' woorden bahasa indonesia die we kennen en handen en voeten maakten we praatjes met de bewoners. Tijdens onze 'ronde' door het dorp werden we uigenodigd in verschillende huizen en werd naar onze namen en leeftijd gevraagd en of we katholiek waren en of we al een baby hadden. Het leukste bezoek was aan het huis waar we ook het gastenboek van het dorp konden tekenen. Een geweldige vent met bakkebaarden en een doek op z'n hoofd genaamd Johannes zat daar en we moesten diverse keren met hem op de foto en toen hij doorvroeg over hoe lang we al bij elkaar waren en of we een baby hadden en wij daarop ontkennend antwoorden keek hij Jeroen onderzoekend aan alsofhij iets mankeert. Jeroen had zich trouwens even vantevoren voorgesteld als Jeroen Paulus om aan te geven dat ook hij katholiek was. Dat wordt daar erg op prijs gesteld blijkbaar in deze door missionarissen bekeerde dorpen. Erg vermakelijk allemaal. Opvallend is trouwens dat de mensen hun overledenen gewoon in de voortuin begraven. Ze versieren het graf met badkamertegeltjes en gaan er vervolgens gewoon bovenop zitten om bijvoorbeeld hun dochter te vlooien. De overledenen nemen hier duidelijk een belangrijke plaats in in de samenleving.

Het tweede dorp dat we bezochten was Bena en is het meest traditionele en daarmee toeristische dorp en daardoor vonden we de sfeer niet zo heel leuk hier. Maar als je het dorp ziet liggen vanaf een afstand waan je je werkelijk als ontdekkingsreiziger.

De dag daarop werden we om 6:15 uur opgehaald bij ons hotel door de local bus naar Moni. Ja, van uitslapen is hier geen sprake hoor! De bussen hebben hier de vreemde gewoonte om je op te halen bij je huis en je af te leveren op je exacte plaats van bestemming. Dit zorgt er dan wel voor dat je, voordat je goed en wel op weg bent, eerst op de meest afgelegen plekjes komt van een stadje over smalle paadjes en weggetjes. Wat ook heel bijzonder is, is dat de locals absoluut niet tegen ritten door de bergen kunnen en tijdens de ritten over Flores hebben we dan ook de nodige kotsgeluiden gehoord. Gelukkig zijn er in de bussen genoeg plastic zakjes aanwezig. Nadat de eerste mensen (inclusief de nonnetjes in de stoelen voor ons)dubbelgebouwen boven hun zakjes hingen ging de muziek aan in debus: een mix van rednex en vader abraham schalde vanuit het welbekende tape-deck uit de speakers. Dit bleek dan de hit te zijn van de op Flores wonende Boni Z. Al kronkelend reden we door het schitterende landschap met vulkanen en idyllische riviertjes. Na 6 uur werden we gedropt in het kleine dorpjeMoni aan de voet van de Kelimutu vulkaan. De volgende ochtend zijn we achterop 2 motorbikes de vulkaan opgegaan. De Kelimutu is de trekpleister van Flores met 3 gekleurde kratermeren. De kleuren veranderen zo nu en dan en als we het mogen geloven zijn de meren erg zuur (voor de techneuten: tot eenpH waarde van 0,37!).Daar was op 29 dec 2008 nog een onvoorzichtige local ingevallen met de onvermeidelijke fatale afloop. Beter een beetje uit de buurt blijven... Toen wij er waren waren de kleuren donkergroen, donkerbruin en de mooiste surrealistisch turqoise. Vanaf ' inspriation point' kun je alle drie de meren overzien en we hadden geluk dat de zon zich even een tijdje liet zien toen wij daar waren. Een erg leuke wandeling die bijna de rest van de dag in beslag nam bracht ons weer terug naar Moni. Onderweg nog koffie gedronken met de locals en een hotspring bezocht.

De volgende dag was de laatste ' etappe' van onze tocht over de highway van Flores. Wederom een locale bus bracht ons naar Maumere. Hier waren de locals vrij irritant en na een bezoek aan de ATM, een internetcafe en het kantoor van de airline Merpati namen we snel een bemo (busje) naar een klein beach resortje out of town. Hier waren we voor enkele dagen (op een flitsbezoek van een alleenreizende (bestaan die dan?) Rus na) de enige gasten. Lekker rustig dus. We hebben een paar dagen boeken gelezen en toch wel heel veel regen gehad dus schuilen op de veranda of onder de klamboe. De dag voordat wenaar Bali zouden vliegen hoorden we dat de vlucht van die dag gecancelled was en dat de vlucht van diedag daarvoor zogenaamd gecancelled was maar uiteindelijk toch gegaan was. Ergonbetrouwbaardie Merpati maar de enige van de 25 indonesische vliegmaatschappijen die naar Flores vliegt! Omdat wij vanuit Bali de volgende dag direct door zouden vliegen naar Kuala Lumpur moest onze vlucht wel doorgaan. Dus voor de zekerheid maar extra vroeg naar het kleine vliegveldje gegaan en gelukkig waren er die dag 2 vluchten dus geen probleem om in Bali te komen. Onderweg wel nog even een stop gemaakt op Timor.

In Bali hadden we1 nacht tussentijd en die brachten we door in ' culture shock Kuta'. My god, hoe anders dan de doorsnee reizigerkunnen mensen zijn?! Verbaasd hebben wij ons over alle Bintangbier-hemdjes-dragende-australische-pubers en de breedgeschouderde-en-witte-broek-en-lakschoenen-dragende-russen. Hysterische taferelen van bierdrinkende youngsters in zwembaden. Nou ja goed, we hadden een lekker ruime kamer en we konden de was weer laten doen! Op Bali gebruiken ze zoveel waspoeder dat je na een week dragen nog het idee hebt dat je kleren net gewassen zijn.

Voordat we weer naar het vliegveld gingen nog even een kijkje genomen op Kuta Beach waar het volstaat met surfplanken. Helaas geen tijd om een poging te wagen. En toen was het: dag Indonesie, tot snel weer!...Heel snel weer want de volgende dag vlogen we al weer naar Sulawesivia Maleisie.Een beetje onhandig maar dat kwam omdat wij maar een 30 dagen visum hadden. Daarom moesten weeven het land uit en dat betekent in indonesie al snel een paar uur vliegen. Het volgende verhaal gaat over onze belevenissen in Sulawesi.

Tropical groetjes uit Indonesie!

Jeroen en Keetie

Lush Green Lombok

Hallo allemaal,

Allemaal een geweldig 2009 toegewenst! Terwijl jullie op schaats staan en jullie tegoed doen aan de koek en sopie sturen wij jullie hierbij het reisverslag van onze grand tour over Lombok.

Na ons lange (3 weken) verblijf in het noorden van Thailand stapten we, met het thai yoga massage certificaat op zak, in het vliegtuig voor een nieuw avontuur: Indonesie! Helaas hadden we wederom vertraging op onze vlucht van Bangkok naar Jakarta zodat we vroeg in de ochtend in plaats van rond middernacht in het plakkerige en regenachtige Jakarta arriveerden. Na wat gehassle met de plaatselijke taxi drivers stapten we samen met een fransman en een chinese in een betrouwbare bluebird taxi voor de rit naar het voor toeristen bekende gebied Jalan Jaksa. Hier vonden we een simpel hostel. In Jakarta is niet heel veel betaalbaars te vinden maar het was ook maar voor 1 nacht aangezien we de volgende dag alweer zouden doorvliegen naar Lombok. Na een dagje van slapen en eten hadden we in de avond afgesproken met Bastien (beter bekend als Bassie), de studievriend van Jeroen die sinds twee jaar in Aceh (Sumatra) woont en werkt als coastal engineer na de tsunami van 2004. Bassie verbleef in een wel heel fancy hotel in een ander deel van de stad en nam ons mee uit eten en daarna voor een drink op de 35e verdieping van een gebouw in central Jakarta met uitzicht over deze huge stad. Als je alle suburbs van deze stad meeteelt komet het inwoneraantal op 30 miljoen zielen! Dat is weer eens wat anders dan Lutjebroek. Qua verkeersdrukte en smog viel het ons alles mee maar het was toch wel heel fijn om de stad zo snel mogelijk te verruilen voor de stranden en groene landschappen van Lombok.

We besloten kerst te vieren op het kleine eilandje Gili Meno, ten noordwesten van Lombok. Dit eilandje staat samen met twee andere eilandjes beter bekend als ' de Gili's'. Keetie bezocht in 2002 al de meest populaire van deze Gili's maar aangezien haar herinneringen hieraan hoofdzakelijk bestaan uit de overdaad aan alcohol (arak attack) en happy mushroom shakes was het niet echt aantrekkelijk om deze nogmaals te bezoeken. Na een tochtje van 40- minuten met een houten bootje vol locals en proviand (waaronder zakken vol met kroepoek) stapten we in het helder blauwe water en op het witte strand van Gili Meno. Gili Meno is zo plat als een pannenkoek en het vervoer gaat er met paard en wagen (Lombok Ferrari genaamd). Het eilandje steek je over in zo'n 20 minuten dus gaven wij de voorkeur aan lopen ipv afgezet worden door een Lombok Ferrari driver. Een paar dagen hebben we onszelf hier vermaakt met eten, snorkelen, hangen, wandelen, turtle breeding badjes bekijken (lief!!) en wat verlaten resorts bezoeken. Na de Bali bombings van 2002 heeft een aantal resorts het hoofd niet boven water weten te houden wat geresulteerd heeft in spooky verlaten resorts met lege zwembaden en waar de bedden en stoelen nog in de huisjes staan en langzaam aan het wegrotten zijn. Wellicht is er nog hoop en hebben ze daarom de boel zo achtergelaten?? De laatste dag en nacht waren we getuigen van heftige tropische regen- en onweersbuien (verfrissend!) en was het tijd om het ' vaste land' weer op te zoeken.

Hier, in Senggigi, konden we weer douchen met zoet water wat wel zo fijn is en internettten en onze gezellige kerstfoto's op de site plaatsen. Ondanks de paar versierde kerstbomen die Gili Meno rijk was en onze vuurrode kerstmutsen kon je toch niet echt spreken van een kerstsfeer in deze omgeving. Maar gezellig was het wel, ons kerstmaal op het strand met kampvuur.

In Senggigi voegde een indonesische vriendin van Bassie, Happy genaamd en woonachtig in Bali, zich bij ons groepje. 's Avonds hadden we een gezellig ' rijsttafel'. We besloten om een auto te huren en een trip van vier dagen te maken rond de Gunung Rinjani, de vulkaan van Lombok. Eerst dachten we nog aan motorbikes maar aangezien het hier regentijd is leek ons dat toch niet zo relaxed.

Het toeristencentrum van Lombok achter ons latend maakten we al snel kennis met al het vruchtbare dat Lombok te bieden heeft. We bezochten een set watervallen en de wandeling daarheen was super geweldig. Naast de gebruikelijke palmbomen met kokosnoten, bananenbomen en bamboebomen kwamen we hier bergen ('hopies' zoals Bassie altijd zegt) cacaobomen tegen, liepen we tussen de rijstterrassen en zagen we avocadobomen, mangobomen, granaatappelbomen, rambutanbomen, vanilleplanten, katoenbomen, cashewnotenbomen en drogende tabacco en dit alles afgewisseld met scharrelende kippen en hier en daar een koe. Wat een weelde!! Je zou bijna weer een vloot VOC schepen laten aanrukken om al dit lekkers te gaan verhandelen. De mensen hier zijn supergastvrij en vriendelijk en we werden dan ook al snel uitgenodigd voor een praatje in een van de dorpjes onder het genot van een paar banaantjes en granaatappels. De watervallen waren ook de moeite waard (zie foto).

De tweede dag van onze grand tour bezochten we wederom een waterval aan de voet van de vulkaan maar deze werd toeristisch uitgebuit met verplichte gids enzo, wat deze toch een stuk minder bijzonder maakte. Toen begon het ook weer genadeloos te regenen. Onze tocht langs de vulkaan was dan ook gehuld in wolken. Jeroen heeft de auto over de uitlopers van de vulkaan geleid, de vele gaten in de weg vermijdend.

Onze tweede overnachtingsplek was midden in de rijstvelden met uitizcht over Lombok, de zee en het naastliggende eiland Sumbawa. In het naburige dorp beschikt met over minimaal 5 moskeeen zodat het op gezette tijden (waaronder om 5 uur 's ochtends) in deze prachtige rustige groene omgeving een kabaal van jewelste is, maar ook dat is Indonesie!

De derde dag van onze tour was op oudjaarsdag. Onderweg moesten we dus even een stop maken bij de plaatselijke winkel van sinkel voor bloem, gist, eieren, rozijnen, melk en olie. Na een bezoek aan een paar dorpjes die bekend staan om het weven en mandjes maken reden we naar het dorpje Tetebatu aan de zuidkant van de Rinjani. Hier kwamen we terecht in een erg gastvrije lodge waar we ook gebruik mochten maken van de keuken. Helaas bleek het zakje gist over de datum te zijn dus moesten we 's avonds door de stromende regen 6 km verderop nog even langs een winkel van sinkel voor een nieuw zakje. Maar daarna ging het voorspoedig met de oliebollen en konden we rond een uur of 23.00 uur onze tanden in de bollen en flappen zetten.

Vanuit Thailand hadden we rijstpapieren lampions meegebracht bij wijze van vuurwerk. Vanwege ontploffingsgevaar waren de onstekingsmechanismen (wcpapier met kaarsvet) ons op de luchthaven van Chiang Mai helaas afgenoemen :-( Daarom moesten we zelf van een rol pleepapier een een paar kaarsen nieuwe maken. Tijdens de lancering om 00.00 uur bleken ze ietwat aan de zware kant maar uiteindelijk zijn er toch twee de lucht ingegaan. De derde is gesneuveld in een rijstveld :-(

Laat hebben we het niet gemaakt die avond (we zijn gewend geraakt aan vroeg naar bed gaan) maar gezellig was het wel!

De laatste dag zijn we naar het zuiden gereden naar de surfspot van Lombok: Kuta. Onderweg nog gestopt in een openluchtmuseum-achtig dorpje waar met in bijna elk huis ' huisgemaakte sarongs' verkocht en waar de gidsen vrij opdringerig zijn. De stranden rond Kuta zijn supermooi maar we vonden het maar een vreemd sfeertje daar met agressief gebekte parkeermaffia. Omdat het nieuwjaarsdag was waren alle youngsters van Lombok op de motorbike gestapt om heen en weer te rijden langs de kust. Ze hebben hier meer motorbikes dan mensen lijkt wel! Voor Keetie's zandverzameling was het hier een walhalla: de korrels zijn hier kogelrond en zo groot als kralen. Een flinke sample genomen dus!

En toen was het weer richting Senggige. Daar bleek een grote uittocht begonnen te zijn van indo's die het dorp wilden verlaten per motorbike of auto na een ruig oud en nieuw feest op de stranden. Het leek wel of alle inwoners van Indonesie naar Senggigi gekomen waren om het feest hier te vieren! Hysterisch! Gelukkig was het die avond en nacht daardoor lekker rustig in Senggigi.

Vanochtend hebben we Bastien naar het vliegveld gebracht en is Happy richting de boot voor Bali vertrokken. Wij hebben eindelijk de knoop doorgehakt voor onze volgende bestemming. Morgen vliegen we naar het eiland Flores. Volgens de beschrijving is Flores een fascinerend, bergachtig eiland met vulkanen en rijke cultuur, gweldige stranden en idylische eilanden voor de kust waar het goed snorekelen is. Klinkt goed! Hopelijk is er ook minder ' maffia' dan hier op Lombok. Het is duidelijk dat men hier op Lombok prijsafspraken heeft gemaakt en zo belachelijke bedragen vraagt voor vervoer en internet (6 x zo duur als in Jakarta) en daarnaast liegt en bedriegt dat het een lieve lust is. Vrij agressief allemaal als je het ons vraagt. Gelukkig hebben we ook eerlijke mensen ontmoet en waren we in een zeer gezellig gezelschap wat ons verblijf op Lombok heel aangenaam heeft gemaakt!

Tot de volgende keer en happy 2009!

groetjes Jeroen en Keetie

Chiang Mai

Beste allemaal nog even een laatste berichtje uit Thailand voordat we doorvliegen naar Indonesie.

Sinds Bangkok zijn we naar het noorden gegaan. Eerst naar Sukothai, de hoofdstad van het eerste Thaise Koninkrijk. Voor de oprichting van het koninkrijk was de stad onderdeel van het Khmer keizerrijk. In het historische gedeelte zijn vele oude tempels in Khmer en boedistische stijl te vinden.

Na een kort bezoekje aan Sukothai zijn we doorgegaan naar Chiang Mai (CM) waar we nu al drie weken zitten. Het is een grote stad en vanwege zijn omgeving en geschiedenis erg geliefd bij toeristen en ook locals. Er is veel cultuur en de stad mist de drukke uitstraling van de meeste grote steden. Ondanks dat de stad vele malen kleiner is dan BKK (200.000 vs 8.000.000 inw) heeft het bijna evenveel tempels. Als je in de oude binnenstad loopt lijkt het alsof er geen plek te vinden is verder dan 100 m van een mooie tempel.

Keetie volgt hier een massagecursus. Het is erg intensief en ze maakt lange dagen. In de avond oefend ze op mij en ze wordt steeds beter. Ik doe zo nu en dan een activiteit maar vooral rustig aan.

Omdat we al weer meer dan 30 dagen in Thailand zijn hebben we een nieuw visum aangevraagd door bij Mae Sai de grens met Birma over te gaan. Bij terugkomst krijg je dan weer een stempel waarmee je 30 dagen in Thailand mag zijn. Helaas hadden enkele dagen voor onze borderhop de regelementen aangepast waardoor we een 15 dagen stempel kregen.
Dit betekent dat we ofwel nog een keer de reis van CM naar Mae Sai moesten maken (kost een hele dag en knaken) of dat we eerder het land uit moeten.

We hadden plannen om kerst en oud en nieuw hier te vieren in Noord Thailand en daarna naar Birma te gaan maar vanwege het gedoe van visumverlenging hebben we besloten eerder naar Indonesie te gaan en daar kerst en oud en nieuw te vieren met Bassie op Bali of Lombok.

Tijdens onze visum update zijn we via Chiang Dao gereisd bij een grote limestone berg met een grot was met Boeddah beelden erin en enkele kleine hotsprings. We verbleven er bij toeval in een nieuw guest house die bestond uit hutjes met rieten daken en uitzicht op de berg. We waren de eerste in het hutje dat net was afgebouwd. Het was een gezellig gezin waarvan de oma super lekker eten maakt (beste in Thailand tot nu toe). Hier hebben we eenduitse man ontmoet die ons goede tips gaf voor reizen in de buurt van CM en een mogelijke trip naar Birma.

Afgelopen weekend zijn we naar een floating house op een meer in een national park geweest (een van de tips van de duitser). De floating cottage was net weer een paar dagen geopend nadat het enkele jaren dicht is geweest. We zaten er met een vreemde amerikaanse hippie die in de 70-er jaren in Nederland heeft gewoond en zijn geld verdiende met erotisch dansen en touren in een 'magic' bus. Toevallig had hij daar net een vriend uit die tijd ontmoet na 25 jaar. De een woonde in Pai en de andere ging zelf een floating huis bouwen om te wonen.

Sinds de nieuwe visum regeling hebben we vele touristen horen klagen over die 15 dagen omdat dit veel reisplannen in de war schopt. Een paar weken eilandhoppen of een rustig rondje door Thailand moet altijd onderbroken/ gecombineerd worden met een grenspassage. Die zijn nooit leuk want betekent vaak een dag extra reizen en veel wachten in de minst interessante plekken van het land. En de timing van de invoering van de nieuwe regels komt ongelegen vanwege de wereldwijde economische crisis en de negatieve publiciteit door de politieke situatie in het land. Volgens locals hier en toeristen is het nu opvallend rustig in CM en BKK. Volgens sommigen zijn er ca. 50% minder toeristen!!

Thailand heeft nu zijn 4e minister president in 2 jaar tijd:
2001-2006 Thaksin (voormalig eigenaar van voetbalclub Manchester City) beschuldigd van schendingmensenrechten in de 'War on Drugs', belasting ontduiking en machtsmisbruik. In 2006 afgezet via eengeweldloze coup en hij en zijn vrouw zijn in ballingschap in Hong Kong vanwege een uitstaand arrestatiebevel(zijn vrouw is voor 3 jaar gevangenisstraf veroordeeld en hij is zijn rechtszaak ontvlucht).
2007 Samak door velen gezien als een verlengstuk van Thaksin. Door gerechtshof uit functie ontheven omdathij een tweede functie vervulde als presentator in een kookprogramma.
2008 Somchai (partijgenoot samak) volgt Samak op als MP.
25-11-2008 Verbond van oppositie partijen PAD (People's Alliance for Democracy) bezetten vliegveldenin BKK. Het verbond strijd tegen zittende regering en is voor hervorming van het politieke stelsel.
02-12-2008 Gerechtshof ordeelt dat MP Somthai schuldig is aan verkiezingsfraude en ontbindt deregering en ontzegt deelname van de regeringspartijen aan verkiezingen voor de komende 5 jaar.
15-12-2008 Nieuwe minister president gekozen, gesteund door PAD.

Nu is er dus veel onduidelijk na een lange periode van onrust en onvrede. Eigenlijk is er weinig veranderd omdat dezelfde mensen in het kabinet zitten. Alleen hebben de ontbonden partijen zich hernoemd en zijn er enkele afsplitsingen (splinterpartijen).

Als touristen merk je relatief weinig van de ontwikkelingen. Omdat je op reis weinig kranten leest of televisie kijkt kwamen we er pas achter toen bekenden (waaronder collega Dave en zijn vriendin) van ons in BKK stranden omdat de vliegvelden bezet waren.

Nou laatste daagjes hier en dan op naar Indonesie!!

Prettige feestdagen,

Keetie en Jeroen

islandhoppen

Hoi allemaal,

We zijn eindelijk weer in bereik van internet dus weer tijd voor een berichtje. De afgelopen twee weken waren we op diverse eilanden om onze o zo verdiende rust te pakken ;-). Omdat we zo afgelegen zaten was er geen computer, laat staan internet.

We hadden toch nog last van een jet lag of we kunnen onsgoed aanpassen aan het eilandleven (weinig om handen dus nooit haast). In ieder geval is 12 uur slaap per dag de norm geworden. De dagen waren simpel met activiteitenals snorkelen, wandelen zwemmen en zonnen.

Tot nu toe hebben we alveel leuke en leerzame mensen ontmoet, allemaal Nederlandstaligen vreemd genoeg. Een soort little Holland (en Vlaanderen), lekker makkelijk.

Op de kleine eilanden zijn de Thai nog vriendelijker en goed van vertrouwen dan ze doorsnee al zijn. Een en drinken op de pof, motorbikes huren zonderdat je je naam hoeft op te geven en hutjes die niet op slot kunnen. Hoewel dat laatste waarschijnlijk kwam omdat het hutje erg brak was.

We moeten er nogaan wennen dat de locals je vaak belangeloos willen helpen ipv afzetten. Als we op een busstation oid aankomen dan blijkt dat de mensen die je meteen aanspreken, je gewoon wilde helpen en geen geld aan je wilde verdienen. Erg aardige lui die thai.

Vanaf nu gaat onze reis echt beginnen. Morgen gaan we naar het noorden van Thailand om cultuur op te snuiven, activiteiten te ondernemen en te boarderhoppen met Birma voor een nieuw 30 dagen visum.

Tot nu toehebben we nog niet veel foto's gemaakt (voor ons doen dan) maar er zitten wel een paar aardige tussen. deze proberen we binnenkort op de site te krijgen.

We hoorden dat het in Nederland heeft gesneeuwd. Dat is toch wel het mooie aan de Nederlandse winter. Zoiets zullen we hier niet zo snel meemaken.

Nou de groeten uit Thailand,

Keetie en Jeroen